Wat doet een incassobureau eigenlijk?
Alle bedrijven, van eenmanszaken tot multinationals, hebben het probleem dat sommige van hun rekeningen niet binnen de afgesproken tijd worden betaald. Als een bedrijf niet in staat is om een betaling te innen omdat het niet in staat is om contact op te nemen met de niet betalende klant of omdat de betaling nog openstaat, kan het dit uitbesteden aan gespecialiseerde dienstverleners die bekend staan als incassobureaus. Een incassobureau probeert contact op te nemen met de klant en een minnelijke oplossing te treffen voor de openstaande vordering. Als er geen betalingsafspraak kan worden gemaakt, kunnen incassobedrijven eventueel juridische stappen ondernemen, zoals gerechtelijke incassoprocedures.
En wie is PAIR Finance?
Wij zijn een modern, digitaal bedrijf met als doel de incassomarkt te vernieuwen met een optimale combinatie van betrouwbaarheid en professionaliteit voor bedrijven en consumenten. Onze persoonlijke communicatie en geboden betaaloplossingen voor alle consumenten maken het mogelijk om betaalafspraken te bereiken tussen het bedrijf en zijn klanten.
Waar komen de extra incassokosten vandaan?
Incassokosten zijn kosten die worden gemaakt om een vordering te innen bij een debiteur die niet-tijdig rekeningen voldoet. De hoogte van de incassokosten kan worden vastgesteld aan de hand van een staffel en zijn aan een maximum gebonden. Er wordt vaak gesproken over de ‘Wet Incassokosten’ oftewel de WIK; de regeling heet Besluit Vergoeding voor Buitengerechtelijke Incassokosten en is officieel ingegaan op 1 juli 2012. Het is een staffel die wordt berekend over de hoofdsom, zoals hieronder genoemd. Let op, de WIK geldt verplicht bij consumentenvorderingen (zie vraag 5 igv B2B).
Incassokosten voor consumenten per 1 juli 2012
– 15% over over de eerste € 2.500,- van de hoofdsom van de vordering, met een minimum van € 40,-;
– 10% over de volgende € 2.500,- van de hoofdsom van de vordering;
– 5% over de volgende € 5.000,- van de hoofdsom van de vordering;
– 1% over de volgende € 190.000,- van de hoofdsom van de vordering;
– 0,5% over het meerdere van de hoofdsom met een maximum van € 6.775,-.